Opinion piece: Six women are back, what about the others…

This week six women and sixteen children have been repatriated from the camps in Northeast Syria. This is the second operation of repatriation and an important step in the right direction. But there is still some work though, for the childless women, the women who lost their citizenship and men who were left behind. Click on the buttons below to read our opinion pieces (French/Dutch).

Zes vrouwen terug, nu nog de rest…

 

Ons land heeft vorige nacht zes vrouwen en zestien kinderen teruggebracht uit het Koerdisch kamp Al Roj. Hiermee zet het een verdere stap in de juiste richting. In volgend stuk maken onderzoekers uit verschillende Belgische universiteiten een opmaak van deze laatste repatriëringsoperatie en roepen ze de Belgische regering op iedereen uit de kampen terug te brengen. 

In 2021 was België bij de eerste Europese landen die ervoor koos vrouwen en kinderen uit Syrië terug te brengen: toen kwamen er zes vrouwen en tien kinderen terug. Hoewel ons land al in 2017 verklaarde de nodige stappen te ondernemen om de kinderen terug te brengen, moesten we tot in 2021 wachten alvorens er effectieve repatriëringsoperaties werden gelanceerd. Na de vorige repatriëringsactie bleven 21 Belgische kinderen in erbarmelijke omstandigheden achter.

Moeizame terugkeer

Dit wil echter niet zeggen dat er voordien geen Belgen terugkeerden. In de laatste jaren zijn er een twintigtal kinderen teruggekeerd. Het gaat in sommige gevallen om niet-begeleide minderjarigen, maar niet uitsluitend. Zo keerden er in 2020 drie vrouwen terug nadat ze in 2019 uit de kampen in Noordoost Syrië wisten te ontsnappen en de Turkse grens overstaken. Zij werden enkele maanden later gedeporteerd naar ons land. 

Duitsland, Denemarken en Finland volgden een gelijkaardige strategie door ook vrouwen en kinderen terug te brengen. Niet alle Europese landen staan echter zover: Frankrijk en Nederland, bijvoorbeeld, weigeren nog steeds hun onderdanen terug te brengen. Nochtans wijzen alle veiligheid- en mensenrechtenexperts op de onhoudbare situatie in de kampen. Bovendien is ISIS nog steeds actief in de kampen en is het gevaar op mogelijke rekrutering niet van de baan. Hen daar achterlaten vormt daarom een veel grotere dreiging. Maar daarnaast klagen verschillende organisaties al jaren de erbarmelijke humanitaire situaties aan waarin de kinderen moeten opgroeien met het risico op ziektes, ondervoeding en overlijden. In 2021 stierven er bijvoorbeeld 74 kinderen in het kamp van Al Hol, waar nog steeds een Belgische vrouw verblijft.

Duim omlaag voor sommigen

België doet daarom het enige juiste door haar onderdanen terug te brengen, maar daarmee is kous niet af. De regering besliste enkel Belgische vrouwen mét kinderen terug te brengen.  Belgische vrouwen zonder kinderen, of vrouwen waarvan de Belgische nationaliteit ontnomen is, kwamen niet in aanmerking. Dit leidde ertoe dat in de voorbereiding van de huidige repatriëringsoperatie enkele vrouwen in de kamp van Al Roj te horen kregen dat ze niet mochten terugkomen. Het gaat hierbij vaak om vrouwen die fysiek erg verzwakt zijn, blessures hebben opgelopen en in sommige gevallen hun kinderen hebben verloren. Als hun kinderen nog leefden, dan zouden ze vandaag terug in België zijn.

Anderen mochten dan weer niet terugkomen omdat ze hun nationaliteit zijn verloren. Maar ook hier schuilt een willekeur. De ontneming van de nationaliteit is immers een administratieve kwestie die evenveel te maken heeft met de status van de persoon als de gepleegde feiten.  Zo kunnen vrouwen die enkel over de Belgische nationaliteit beschikken deze niet verliezen. Ook kan de Belgische nationaliteit niet worden ontnomen van vrouwen met een dubbele nationaliteit, maar die als Belg geboren zijn.  Bovendien slaagden een aantal vrouwen erin tijdig de afname van hun Belgische nationaliteit voor de rechtbank aan te vechten.

Eén van de vrouwen die niet mocht terugkomen is momenteel in afwachting van het terugkrijgen van haar Belgische nationaliteit. Indien de repatriëring enkele weken of maanden later had plaatsgevonden, dan kon ze misschien wel terugkeren naar ons land.  Deze keuzes zorgen voor dramatische situaties op het terrein en creëren een schijn van willekeur die niet in overeenstemming is met onze principes van de rechtsstaat. En het heeft een directe en desastreuze impact op de kinderen.

Daarnaast worden de vaders helemaal niet meegenomen in deze beslissing. Onze regering verklaarde vandaag weer dat mannen niet in aanmerking komen voor een terugkeer, en het legt daarbij een herhaaldelijk advies van de veiligheidsdiensten naast zich neer. Een gecontroleerde terugkeer is op termijn de enige mogelijke en veilige optie. België beschikt immers over een universele rechtsmacht waardoor het zijn onderdanen kan berechten voor de daden die ze gepleegd hebben.   

Guantanamo voor kinderen

Onze regering heeft een belangrijke stap in de juiste richting gezet door vrouwen en kinderen uit de kampen in Noordoost Syrië terug te brengen. Alle experts beklemtonen al jaren de urgentie van dit dossier en roepen alle regeringen op om hun onderdanen uit deze instabiele regio terug te brengen. Ook de Verenigde Staten en de Koerden vragen dit al jaren. De uitdaging voor de komende weken en maanden zal eruit bestaan om de overblijvende vrouwen en kinderen ook een uitzicht te bieden op een repatriëring en de discussie over de vaders te openen. Hen daar achterlaten, in wat ondertussen het “Guantanamo voor kinderen” wordt genoemd, is onze rechtsstaat onwaardig.

Isabelle Detry (Onderzoeker, NICC)
Nadia Fadil (Professor, KU Leuven)
Hannan Jamai (doctoraatsonderzoeker, VUB)
Iman Lechkar (Professor, VUB)
Gerrit Loots (Professor, VUB)
Brunilda Pali (Postdoctorale onderzoeker, KU Leuven)
Coline Remacle (Onderzoeker, NICC)
Montassir Sakhi (Postdoctorale onderzoeker, KU Leuven)
Jihane Sliti (Doctoraatsonderzoeker, VUB)
Marijke Van Buggenhout (Doctoraatsonderzoeker, VUB)
Jogchum Vrielink (Professor, Université Saint-Louis Brussel & KU Leuven)
Ward Ypermans (Doctoraatsonderzoeker, Université Saint-Louis Brussel & KU Leuven)
 

Six femmes de retour, et les autres …

 

La nuit dernière, notre pays a rapatrié six femmes et quinze enfants du camp kurde d’Al Roj. C’est un nouveau pas dans la bonne direction. Dans cet édito, les chercheurs analysent cette dernière opération de rapatriement et appellent le gouvernement belge à faire revenir toutes les personnes des camps. 

En 2021, la Belgique a été un des premiers pays Européens à décider de rapatrier les femmes et les enfants encore en Syrie : ce fut, à ce moment, le cas pour six femmes et dix enfants. Bien que la volonté de prendre les mesures nécessaires pour ramener les enfants avait déjà été déclarée depuis 2017, il a fallu attendre 2021 pour que les opérations de rapatriement soient effectivement lancées. Après cette première opération de rapatriement, 21 enfants belges ont toutefois été laissés sur place dans des conditions épouvantables. 

Des retours difficiles

Cela ne signifie cependant pas qu’aucun ressortissant Belge n’était pas déjà revenu auparavant. En effet, ces dernières années, une vingtaine d’enfants ont effectivement rejoints le sol belge. Dans certains cas, il s’agit de mineurs non accompagnés, mais pas exclusivement. En 2020, par exemple, trois femmes sont revenues après avoir réussi à s’échapper des camps du nord-est de la Syrie en 2019 et avoir traversé la frontière turque. Elles ont été expulsées vers notre pays quelques mois plus tard.

L’Allemagne, le Danemark et la Finlande ont suivi une stratégie similaire en ramenant également des femmes et des enfants. Cependant, tous les pays européens ne sont pas prêts : la France et les Pays-Bas, par exemple, refusent toujours de rapatrier leurs ressortissants. Néanmoins, tous les experts en sécurité et en droits humains soulignent la situation intenable dans les camps. Plusieurs soulignent l’instabilité politique de la région. De plus, ISIS est toujours actif dans les camps et le danger d’un éventuel recrutement n’est pas écarté. Les laisser sur place constitue donc une menace bien plus grave. Mais en outre, plusieurs organisations humanitaires dénoncent, depuis des années, les situations humanitaires épouvantables dans lesquelles les enfants doivent grandir avec le risque de maladie, de malnutrition et de mort. En 2021, par exemple, 74 enfants sont morts dans le camp d’Al Hol, où se trouve toujours à l’heure actuelle une femme belge. 

Des refus pour certains

La Belgique a donc pris la bonne décision en ramenant certains ressortissants, mais le drame ne s’arrête pas là. Le gouvernement a décidé de ne rapatrier que les femmes belges avec enfants.  Les femmes belges sans enfants, ou celles qui ont été déchues de leur nationalité belge, ne sont pas éligibles. C’est ainsi que lors de la préparation de l’opération de rapatriement actuelle, certaines femmes des camps d’Al Roj ont été informées qu’elles n’étaient pas autorisées à revenir. Il s’agit souvent de femmes physiquement très faibles, qui ont subi des blessures et, dans certains cas, ont perdu leurs enfants. Si leurs enfants étaient encore en vie, elles seraient de retour en Belgique aujourd’hui.

D’autres n’ont pas été autorisés à rentrer parce qu’ils ont été déchus de leur nationalité. Mais là aussi, il y a un élément d’arbitraire. La déchéance de la nationalité est une question administrative qui tient autant au statut de la personne qu’aux faits commis.  Par exemple, les femmes n’ayant que la nationalité belge ne peuvent pas la perdre. La nationalité belge ne peut pas non plus être retirée aux femmes qui ont une double nationalité mais qui sont nées belges.  En outre, un certain nombre de femmes ont réussi à contester à temps devant les tribunaux la déchéance de leur nationalité belge.

Une des femmes qui n’a pas été autorisée à rentrer chez elle attend actuellement les suites de sa
demande en récupération de sa nationalité belge. Si le rapatriement avait eu lieu quelques semaines ou mois plus tard, peut-être aurait-elle pu revenir dans notre pays.  Ces choix créent des situations dramatiques sur le terrain et donnent une apparence d’arbitraire qui n’est pas conforme à nos principes d’État de droit.  Cela a un impact direct et désastreux sur les enfants.

En outre, les pères ne sont pas du tout pris en compte dans ces décisions. Aujourd’hui, notre
gouvernement a, une nouvelle fois, déclaré que les hommes ne pouvaient bénéficier d’une rapatriation, au mépris des conseils répétés des services de sécurité. Un retour contrôlé est la seule option possible et sûre à long terme. La Belgique dispose en effet d’une compétence universelle lui permettant de juger ses ressortissants pour les actes qu’ils ont commis.   

Guantanamo pour les enfants

Notre gouvernement a fait un pas important dans la bonne direction en ramenant des femmes et des enfants des camps du nord-est de la Syrie. Tous les experts soulignent l’urgence de cette question et demandent à tous les gouvernements de faire revenir leurs ressortissants de cette région instable. Les États-Unis et les Kurdes le demandent également depuis des années. Le défi des semaines et des mois à venir sera d’offrir aux femmes et aux enfants restants la perspective d’un rapatriement. Les laisser là, dans ce que l’on appelle désormais le “Guantanamo des enfants”, est indigne de notre État de droit. 

Isabelle Detry (Onderzoeker, NICC)
Nadia Fadil (Professor, KU Leuven)
Hannan Jamai (doctoraatsonderzoeker, VUB)
Iman Lechkar (Professor, VUB)
Gerrit Loots (Professor, VUB)
Brunilda Pali (Postdoctorale onderzoeker, KU Leuven)
Coline Remacle (Onderzoeker, NICC)
Montassir Sakhi (Postdoctorale onderzoeker, KU Leuven)
Jihane Sliti (Doctoraatsonderzoeker, VUB)
Marijke Van Buggenhout (Doctoraatsonderzoeker, VUB)
Jogchum Vrielink (Professor, Université Saint-Louis Brussel & KU Leuven)
Ward Ypermans (Doctoraatsonderzoeker, Université Saint-Louis Brussel & KU Leuven)

Leave a Reply

Your email address will not be published.